De oorsprong van connected architectuur
Aan het verhaal dat we vertellen in “Connected architectuur: einde aan de informatiechaos” ligt een overtuiging ten grondslag. Die overtuiging is ontstaan door onze praktijk, in de verschillende projecten die we gedaan hebben.
Onze kijk op de wereld van data
De dynamiek in organisatieomgevingen en binnen organisaties is gegroeid. Dat zal voorlopig niet afnemen, eerder toenemen. Daardoor groeit de vraag naar informatie. Organisaties raken de beheersing over hun data landschap kwijt in de drift om aan die informatievraag te voldoen.
Onze overtuiging is samen te vatten in twee statements:
- Verandering is de enige constante.
- De menselijke maat is leidend voor beheersing van je data landschap.
Je kan alleen grip houden in een dynamische omgeving als iedere stap die je neemt het menselijke bevattingsvermogen niet te boven gaat. Het gaat niet om de stap die een individu kan nemen, maar de stap die je samen moet maken om nieuwe informatie waardevol toe te passen. Je kan steeds grotere stappen nemen naarmate de volwassenheid van een organisatie in het toepassen van informatie groeit. Om daar te komen zal je eerst terug moeten naar behapbare verandering wil je de chaos kunnen temmen.
Het cliché: snelheid van technologische verandering
Waar komt die dynamiek vandaan? Veroorzaken we die zelf, of zijn we machteloze papieren bootjes die meegesleurd worden op de stroom?
Wat we nu “digitale transformatie” noemen is het resultaat van een ontwikkeling die ingezet is in de jaren ’60 van de vorige eeuw. Technologische ontwikkeling op gebied van rekenkracht (computers), opslag van data en connectiviteit heeft geleid tot een sterke afname van de kostprijs van dataverwerking.
Als je de krant leest lijkt het soms alsof technologische verandering uit de lucht is komen vallen. Dit moment in de tijd is de versnellingsfase van technologische ontwikkeling.
Hoe lang de versnellingsfase duurt is lastig te voorspellen. Welke kant de technologische verandering op beweegt is ook lastig te voorspellen.
Het enige wat je kan doen is zo goed en kwaad als het kan meebewegen.
Het giftige woord: Agile
De beste illustratie voor de noodzaak voor meebewegen is de hype die ontstaan is rond “Agile”. Ik heb bij wat in die hype beweerd wordt de nodige bedenkingen. Waar onzekerheid heerst duiken mensen op die zekerheid verkopen. Een groot deel van de Agile keukentafelindustrie leidt tot aversie van het woord.
De noodzaak van wendbaarheid voor organisaties om aan te haken bij de versnelling van technologie is reëel, daar doet de naam die je gebruikt om deze noodzaak te benoemen niets aan af.
Meer wendbaarheid is alleen te bereiken als je twee waarheden onder ogen wilt zien:
- De toekomst is onzeker en je kan deze niet voorspellen.
- De enige manier om daar mee om te gaan is elkaar vasthouden en samen overzichtelijke stappen voorwaarts maken in het onbekende terrein.
De principes van wendbare samenwerkingsvormen zijn zeer simpel. Het belangrijkste is dat er terugkoppeling georganiseerd wordt om te bepalen of een stap voorwaarts wel het gewenste resultaat oplevert, of dat de omstandigheden dusdanig veranderd zijn dat je beter op je schreden kan terugkeren en een andere richting kan kiezen. Dit gedrag moet je institutionaliseren en sturen.
De consequentie is dat de inrichting van je data landschap die kleine stapjes voorwaarts en terug moet faciliteren. Het betreft de inrichtingskeuze van de technologieën die een rol spelen, de structurering van dataopslag, -verwerking en -distributie, maar ook van de architectuur voor dataverwerking en de datamodellering.
Dat gaat niet vanzelf, want voor je het weet probeer je de complexiteit van het evoluerende data landschap met steeds meer structuur te beheersen.
Als je nalaat de samenwerking tussen gebruikers van informatie en de mensen die oplossingen maken te organiseren, met de menselijk maat als uitgangspunt, verzand je en zal de wendbaarheid van het data landschap gereduceerd worden.
Waarom verandering de enige constante factor is
Lange termijn technologische verandering leidt tot structurele veranderingen in de omgevingen van organisaties. Structurele marktveranderingen zijn veranderingen die zich met horten en stoten in decades voltrekken. Markten veranderen door nieuwe toetreders en het openbreken van productieketens. De interactie met consumenten en leveranciers is anders geworden, intermediairs verdwijnen in markten, technologie maakt maatwerk op aanvraag mogelijk. Verdienmodellen veranderen, er zijn imperiums ontstaan die geld verdienen met het verkopen van klantprofielen op basis van de informatie die klanten afstaan in ruil voor software en communicatiemogelijkheden. De technologische verandering versnelt, waardoor de mate van verandering naar verwachting nog zal toenemen.
De technologische ontwikkeling geeft ons nieuwe databronnen. Logdata uit machines, sensors en apparaten verbonden aan het internet aan de ene kant, patronen van menselijke interactie en communicatie aan de andere kant. Dit heeft geleid tot een explosie van apps op mobiele apparaten die data genereren en data als input nodig hebben. Het is kinderlijk eenvoudig geworden om informatie naar mensen te brengen.
Deze nieuwe bronnen en interactiepatronen leiden tot andere of nieuwe inzichten en zwengelt de vraag naar informatie aan.
De alomtegenwoordige connectiviteit en rekenkracht zorgt ervoor dat krachtige algoritmes de data op een mobiele telefoon kunnen verwerken. Een moderne telefoon heeft meer rekenkracht dan een laptop van 3 jaar geleden.
Door lagen van data te combineren, denk aan satellietbeelden, metingen, signalen van apparaten en de geautomatiseerde analyse van beeldmateriaal om veranderingen waar te nemen, kunnen we informatietoepassingen maken vanuit een kantoor en op iedere plek van de wereld bruikbaar maken. Denk aan terreinen als voedselvoorziening en opwekking en verkoop van energie. We hebben alleen nog maar geproefd van wat mogelijk is met deze nieuwe databronnen.
Vier punten van stress veroorzaakt door constante verandering
De technologische verandering en de structurele marktveranderingen die daar het gevolg van zijn, leiden tot nieuw en onbekend terrein. Het is altijd moeilijk om voortgang te maken op onbekend terrein. Experimenteren is noodzaak. Verschillende oplossingen worden tegelijkertijd uitgeprobeerd, veel daarvan zijn niet succesvol. Dat leidt tot druk op de informatievraag, zowel in de veranderlijkheid ervan, als in de onduidelijkheid van wat nodig is.
De noodzaak tot wendbaarheid om mee te kunnen op veranderende markten en het parallel uitproberen van nieuwe diensten of producten op onbekend terrein leidt tot een afstemmingprobleem: alles is tegelijkertijd even belangrijk en even volatiel. Het is moeilijk om het overzicht te houden in een snel veranderende informatievraag.
Nieuwe informatiebronnen die door nieuwe technologie beschikbaar komen leiden tot keuzestress: op welke technologie moet je als organisatie gokken? En wat kan ik met deze nieuwe informatiebronnen? Nieuwe inzichten ontstaan uit toevoeging van andersoortige informatie en nieuwe inzichten leiden weer tot nieuwe informatievragen. Dit leidt tot grilligheid in de informatievraag.
De opdracht voor het structureren van je data landschap
De informatievoorziening moet twee belangrijke uitdagingen aan gaan als gevolg van de stress:
- Een kortere leveringstijd van nieuw informatie.
- Meer parallelle ontwikkeling kunnen ondersteunen.
Dat gaat alleen maar als je los kan laten. Loslaten betekent dat je niet krampachtig probeert te centraliseren, maar dat je autonome ontwikkeling mogelijk maakt, zonder de afstemming te verliezen.
Dit lukt als je reductie van complexiteit tot uitgangspunt verheft. Dit doe je door decompositie van het totale data landschap. Dat houdt in dat je het totale data landschap opbreekt in delen die ieder maar aan een beperkt aantal eisen voldoet. Ieder deel kan autonoom ontwikkelt en onderhouden worden. Om te voorkomen dat je dubbel werk doet en data silo’s maakt moet je afspraken maken over de wat de grenzen van autonomie zijn en afspraken maken over hoe je samenhang behoud, waarbij je wederzijdse afhankelijkheden probeert te beperken.
En dat alles zonder de menselijke maat uit het oog te verliezen in de samenwerking tussen informatiegebruikers en informatieproducenten. Door iedereen aangehaakt te houden kan je snel kleine stappen maken op onbekend terrein en sneller ontdekken of iets succesvol gaat zijn, in welke informatie of technologie het loont je energie te stoppen, of wanneer je moet besluiten om informatieproducten buiten gebruik te stellen omdat ze achterhaald zijn.
Een eenduidig toetsingskader is hiervoor nodig, waarin alle stemmen gehoord worden en de consequenties van beslissingen transparant zijn.
Het raamwerk van connected architectuur is zo’n toetsingskader, daarvoor hebben we het opgezet. Het helpt je om te organiseren voor verandering, door simplificatie, door samenwerking te structureren en door ordening te brengen middels een transparant architectuurbesluitvormingsproces.